Eindhoven, 31 oktober 2024 – Vandaag heeft de kantonrechter in Eindhoven uitspraak gedaan in de rechtszaak tussen Plaza Resident Services Nederland (hierna Plaza) en 28 bewoners van het wooncomplex La Luna in Eindhoven, over de eindafrekening servicekosten over de jaren 2018 en 2019. Deze uitspraak biedt zowel Plaza als de bewoners duidelijkheid over de definitieve hoogte van de servicekostenafrekening.
Omdat de Huurcommissie kosten die tot de servicekosten behoren, zoals kosten van de nutsvoorzieningen, de schoonmaak, het internet en voor het parkmanagement (o.a. beveiliging, water & gemeentelijke heffingen), niet accepteerde zou dat voor Plaza onterecht resulteren in een schadepost van ongeveer 4.000 euro per huurder en in totaal meer dan 1,7 miljoen euro. “Helaas zien we vaak dat de Huurcommissie door een forse achterstand op haar dossierafhandeling eenzijdig de verzetsprocedure schrapt. Dit betekent dat de huurder noch de verhuurder nog aanvullende stukken mag aanleveren, zelfs na een complexbezichtiging door een inspecteur van de Huurcommissie,” legt Patrick Dillen, directeur Property Management Plaza Resident Services, uit.
Plaza heeft tevergeefs protest aangetekend tegen deze werkwijze van de Huurcommissie. “Inmiddels hebben de Woonbond, diverse rechtbanken en recent ook de Hoge Raad zich tegen deze gang van zaken uitgesproken. De Huurcommissie heeft hierop haar beleid gewijzigd, waarmee vervelende rechtszaken als deze in de toekomst voorkomen kunnen worden. Helaas in dit geval te laat, met als gevolg een rechtszaak die jaren geduurd heeft en alleen maar verliezers heeft opgeleverd.”
Plaza heeft ruim 8.500 facturen ter onderbouwing van de servicekostenafrekening ingebracht bij de rechtbank. De rechter heeft nu geoordeeld dat slechts enkele van deze duizenden facturen gedeeltelijk moeten worden afgewezen en niet mogen worden meegenomen in de eindafrekening. De 28 huurders, die samen met Plaza de rechtbank verzocht hadden om duidelijkheid te geven, krijgen hiermee elk ongeveer 80 euro terug; een totaalbedrag van zo'n 3.000 euro op de jaarafrekeningen van 2018 en 2019 ten hoogte van circa 2,4 miljoen euro.
“Toen we in 2011 met het beheer van sociale woningen begonnen waren de beleidsboeken van de Huurcommissie enkele pagina’s dik, nu zijn het inmiddels honderden pagina’s. De talrijke wijzigingen die jaarlijks doorgevoerd worden staan niet apart genoteerd waardoor het zowel voor de huurder als de verhuurder telkens zoeken is wat er veranderd is. Met name huurders worden de dupe van de voortdurend door Huurcommissie gecreëerde onduidelijkheid. Daardoor voelen zij zich genoodzaakt om de gang naar de rechter te nemen met alle bijkomende emoties en kosten van dien,” aldus Dillen.
“Zolang de oordelen van rechters en de huurcommissie van elkaar blijven verschillen, zal er helaas onduidelijkheid blijven. Dit draagt niet bij aan de rechtszekerheid die zowel de huurder als de verhuurder mag verwachten. Het is niet voor niks dat niet alleen Plaza, maar ook de Woonbond, bezwaar heeft gemaakt tegen deze constante procedure en beleidswijzigingen van de Huurcommissie.”
“Om zo transparant mogelijk te zijn voegen wij inmiddels, als één van de eerste in Nederland, standaard een gedetailleerde onderbouwing van de puntentelling ter controle van de maandhuur, en een opsomming van de servicekosten toe aan onze huurcontracten,” geeft Dillen aan. “We hopen op deze manier dit soort vervelende onduidelijkheden in de toekomst te voorkomen.”
Zie ook de berichtgeving in andere media: